Onderzoek hondenfokkers bevestigt noodzaak overheidsmaatregelen

AMSTERDAM – De rashondensector startte vier jaar geleden het programma Fairfok, om te komen tot een verbeterd rashondenwelzijn. In de eigen eindevaluatie van de Raad van Beheer niks dan lof, maar er blijkt schrikbarend weinig terecht gekomen te zijn van de gestelde ambities. Om het dierenwelzijn daadwerkelijk te verbeteren moet de overheid ingrijpen, zo stelt de Sophia-Vereeniging. Dit wordt bevestigd door recent onderzoek onder rashondenfokkers, waaruit blijkt dat het merendeel voorstander is van wettelijke maatregelen die voor alle fokkers gelden.

Falend Fairfokprogramma 

Onder leiding van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland werd er vier jaar lang gewerkt aan het Fairfokprogramma voor een beter hondenwelzijn. Afgelopen maand verscheen de eindevaluatie. Ten positieve: er wordt meer samengewerkt tussen betrokken partijen, de eerste stappen zijn gezet op het gebied van outcross en DNA-onderzoek en Nederlandse keurmeesters zijn verplicht om nascholing te volgen. Van een ‘zeer succesvol programma’, zoals de Raad van Beheer het noemt, is echter geen sprake. “Van de 14 ambities zijn er na vier jaar slechts drie gerealiseerd”, zegt Steffie van Horck, directeur van de Sophia-Vereeniging. “Daarvan zijn er twee gericht op keurmeesters en een op dierenartsen. De fokkers blijven vooralsnog buiten beeld. Sterker nog: het merendeel van de fokkers wordt niet eens bereikt met Fairfok. Nog geen derde van alle fokkers in Nederland is aangesloten bij de Raad van Beheer.”

Onderzoek onder fokkers

Eind vorig jaar benaderde de Sophia-Vereeniging 951 fokkers met het verzoek een enquête in te vullen. Van Horck: “Juist de fokkers zijn degenen die het hondenwelzijn kunnen verbeteren. We wilden weten hoe zij zelf staan tegenover de hondenfokkerij en de gezondheid van honden. Met die kennis zouden we gerichter middelen in kunnen zetten om fokkers te motiveren hun beleid aan te passen”. De respons was met 21% opvallend hoog: 199 fokkers van 73 soorten rashonden vulden de enquête in. Nagenoeg alle deelnemende fokkers zijn aangesloten bij de Raad van Beheer, slechts 71% was bekend met het Fairfokplan. Hetzelfde percentage bleek voorstander van wettelijke maatregelen voor alle fokkers om de gezondheid van honden te verbeteren. Dat dat nodig is, kwam ook duidelijk naar voren: 79% van de geënquêteerden gaf aan dat er problemen bestaan binnen het ras. Opmerkelijk is dat 78% daarvan die problemen echter niet bij de eigen honden ervaart.

Aanpassen rasstandaard

“Hoewel we vragen hebben bij het perspectief van sommige fokkers, was het geruststellend te constateren dat alle deelnemers aangaven het verminderen van erfelijke aandoeningen belangrijk te vinden. Het lijkt erop dat men best bereid is daaraan te werken”, aldus Van Horck. “Het veranderen van het uiterlijk is een heel ander verhaal: meer dan driekwart van de fokkers staat daar negatief tegenover. Ergens is dat begrijpelijk, want als het uiterlijk verandert, voldoet de hond niet meer aan de rasstandaard waarin is vastgelegd hoe een rashond eruit moet zien. Die rasstandaarden moeten dus worden aangepast, de meeste op internationaal niveau. Tot die tijd kunnen we voorlichten en motiveren wat we willen, maar fokkers zullen niet genegen zijn zelf het uiterlijk te wijzigen. De hond is dan feitelijk geen rashond meer, met inkomstenderving tot gevolg.”

Overheid moet ingrijpen

Met het falen van Fairfok is wederom bewezen dat verbetering van het welzijn en de gezondheid van honden niet afhankelijk kan zijn van de sector, zo constateert de Sophia-Vereeniging. De ziekmakende rasstandaarden en het fokken op uiterlijk vormen immers de hoeksteen van de rashondenfokkerij. Daarom moeten er snel strenge regels komen vanuit de overheid, die voor alle fokkers gelden. De Sophia-Vereeniging is heel blij dat die overheid vorige maand, na 10 jaar lobby, eindelijk doorkwam met criteria voor kortsnuitige honden waarmee gehandhaafd kan worden. Wel hoopt zij dat er nu ook doorgepakt wordt, met voldoende handhavingscapaciteit en criteria voor andere rasgroepen. Van Horck: “Het is onacceptabel dat honden lijden onder het uiterlijk dat mensen hun doelbewust hebben toebedeeld. Als de sector daarvoor geen verantwoordelijkheid wil nemen, dan moet de overheid het doen”.