Koop geen konijnen in een dierenwinkel of tuincentrum. Vaak zijn die dieren ziek en worden ze veel te jong bij de moeder weggehaald, met als gevolg een grote kans op gedragsproblemen. Ook dieren die via het internet worden aangeboden, zijn vaak ziek of vertonen probleemgedrag. Het beste kunt u naar een konijnenopvang of asiel gaan. Daar weten ze precies hoe gezond de dieren zijn, wat het karakter is van de konijnen en welke konijnen er bij elkaar passen.

In de natuur leven konijnen in groepen. Ze vinden het fijn om veel contact te hebben met andere konijnen. Het zijn dus heel sociale dieren, die nooit alleen gehouden mogen worden. Wanneer dat wel gebeurt, worden ze eenzaam en gaan ze zich vervelen. Uit frustratie gaat het konijn afwijkend gedrag vertonen. Denk aan tralieknagen, heel veel water drinken, de hele dag slapen of agressief worden. Maar ook grommen, de voerbak aanvallen en zelfs bijten. Houd konijnen nooit alleen.

Cavia’s en konijnen zijn heel verschillende dieren, die niet met elkaar kunnen communiceren en spelen. Als een konijn en een cavia bij elkaar worden gezet, helpt dat dus niet tegen eenzaamheid en verveling. Er zijn dan twee dieren die zich allebei ellendig voelen. Soms vechten ze zelfs met elkaar. Het enige dier dat het leven van een konijn leuker maakt, is een ander konijn.

Koppelen is niet makkelijk en het is aan te raden dit onder begeleiding van een deskundige te doen. TIP: bij de meeste konijnenopvangcentra helpen ze je met het koppelen. Eventueel nemen ze het koppelen over en kun je de konijnen na de koppeling samen ophalen.

Welke dieren zet ik samen?

Ondanks dat konijnen sociale dieren zijn, kun je ze niet zo maar bij elkaar zetten. Konijnen kiezen elkaar op geur en niet op uiterlijk. Ook kun je geen gelijke geslachten bij elkaar zetten. De meest stabiele relatie is een gecastreerd rammetje (man) samen met een voedster (vrouw). Ondanks dat dierenwinkels en vele fokkers zeggen dat twee zusjes of twee broertjes samen kunnen, zien wij dagelijks de ellende van dit soort combinaties. Konijnen kennen geen familieband en zo kan het dat ze elkaar soms na jaren nog in de haren vliegen.

Waar koppel ik de dieren?

Voor het koppelen moet je altijd kijken naar een neutrale ruimte, dus daar waar het eigen konijn nog nooit geweest is. Maak de ruimte niet te groot en zet er schuilmogelijkheden in zodat de konijnen elkaar uit de weg kunnen gaan. Dit kan met een doos met aan beide kanten een opening, zodat ze aan beide kanten weg kunnen. Leg wat eten, hooi en speelgoed in de neutrale ruimte. Je zet de dieren pas weer  in hun eigen verblijf als er in de neutrale ruimte niet meer gejaagd wordt, de konijnen elkaar wassen en bij elkaar in de buurt liggen. Ga er niet vanuit dat het in een dagje gepiept is, want koppelen is tijd nemen en geduld hebben. Konijnen moeten elkaar leren vertrouwen.

In de winkel is allerlei compleet konijnenvoer te vinden. Konijnen vinden dit krachtvoer vaak erg lekker, maar het is veel belangrijker dat ze hooi binnenkrijgen. Dat bevat veel vezels en een konijn moet er lang op kauwen. Dat zorgt ervoor dat zijn tanden gelijkmatig afslijten. De vezels zorgen er bovendien voor dat de darmen goed werken, die erg gevoelig zijn bij konijnen. De vitaminen en mineralen in hooi houden het konijn gezond. Geef dus elke dag vers hooi van goede kwaliteit en regelmatig groenvoer, zoals sla en wortels. Biksbrokjes geef je maar heel weinig; twee maal daags een half handje is genoeg (grotere konijnen uiteraard meer). Veel konijnen zijn te dik doordat er te veel voer en snoep gegeven wordt. Ook brood is niet goed voor konijnen omdat hun darmen het gist niet kunnen verwerken. Het is voor ons mensen leuk om je konijn met lekkere snoepjes te verwennen, maar het is niet gezond. Als je ze wat lekkers wilt geven, kies dan voor een rozijntje en/of gedroogde kruiden.

Konijnen eten hun eigen ochtendontlasting op. Dit zijn de blinderdarmkeutels: kleine trosjes wat nattere keutels. Als het goed is, vind je deze dus niet in het hok. Door het eten van de zachte en lichte ontlasting krijgen de dieren vitamine B binnen, wat nodig is voor een goede darmwerking.

Eten ze de ochtendontlasting niet op, dan gaat het als een plakkaat aan hun achterwerk zitten of vind je ze terug in het hok. Zie je dit? Dan is er meestal iets mis met de voeding. Vaak wordt er te veel hardvoer gegeven waardoor ze geen of weinig hooi eten, of ze zijn te dik waardoor hun buik of wam (vetplooi tussen kin en de borst) in de weg zit.

De kleine harde keutels eten konijnen niet op. Dat is de ‘definitieve’ ontlasting van de dieren.

Konijnen zijn over het algemeen geen grote drinkers, maar zorg er wel voor dat ze altijd vers water hebben. Voor ons is het vaak makkelijker om een flesje te gebruiken, maar het drinken uit een fles is een onnatuurlijke houding voor konijnen. Een voordeel van een drinkbakje is dat ze daarbij minder lucht mee naar binnen krijgen (levensgevaarlijk voor konijnen!). Het perfecte compromis tussen het praktische schone flesje en het natuurlijkere drinkbakje is een bakje dat je op kunt hangen. Die kunnen ze niet omgooien en het wordt ook niet vies.

Konijnen moeten kunnen knagen. Wanneer ze deze mogelijkheid niet hebben, zullen ze bijvoorbeeld aan de tralies gaan knagen. Tralieknagen is een teken van verveling en/of stress. Zorg dus voor voldoende afleiding in een grote kooi met genoeg bewegingsruimte en een soortgenootje. Geef konijnen nooit een knaagsteen om te knagen omdat daar zouten in zitten die konijnen niet kunnen verdragen. Daardoor kunnen ze nier- en blaasproblemen krijgen.

Een konijn moet kunnen rennen, spelen, klimmen en graven. Dat kan alleen in een ruim hok met een grote buitenren. Aan verdiepingen heeft een konijn niet zo veel. Liever heeft het een groot oppervlak om lekker te kunnen rennen. Meerdere uitgangen in het hok vinden konijnen wel fijn. Een konijnenhol in de natuur heeft ook verschillende uitgangen; dat geeft konijnen een veilig gevoel.

De tuin is de beste plek voor konijnen. Daar kunnen ze lekker rennen en graven. Een konijn dat altijd binnen heeft gezeten, kan pas in het voorjaar of de vroege herfst naar buiten. Het dier moet namelijk wel een wintervacht hebben om tegen de kou te kunnen. Ondertussen kan het hok het beste in de woonkamer staan, waar het konijn veel aandacht krijgt. Een hok dat buiten staat, moet in de zomer in de schaduw staan en in de winter uit de wind en de regen.

Het geven van de nodige afleiding hoeft helemaal niet moeilijk te zijn of veel geld te kosten. Met kartonnen doosjes, wc-rolletjes en het verstoppen van voedsel, kunt je je dieren prima bezig houden. Een soortgenootje is natuurlijk het belangrijkste.

Konijnen zijn prooidieren. In het wild dienen ze als voedsel voor roofdieren. Daardoor schrikken ze zich rot van alles dat lijkt op roofdiergedrag, zoals opgetild worden. Ze zullen alles doen om los te komen, zoals bijten en heel hard spartelen. Aaien kan wel, mits het konijn daaraan gewend is, hij de pootjes op de grond kan houden, hij zelf naar je toe komt en hij weg kan lopen als hij er geen zin (meer) in heeft.

Het is helaas geen uitzondering dat konijnen die door kinderen worden opgetild het met de dood moeten bekopen. Door het gespartel laat het kind het dier vallen. Het kwetsbare konijn breekt snel iets en overleeft dit vaak niet.

Konijnen zien er superschattig uit en iedereen wil ze op schoot nemen en knuffelen, maar daar houden konijnen dus niet van. Ze willen lekker spelen met soortgenootjes en rennen en graven. Mensen zijn er om voor hun eten en verzorging te zorgen. Helaas blijkt vaak dat konijnen niet aan de verwachting van mensen voldoen. Dan worden ze  afgestaan of ze slijten hun dagen eenzaam in een hoekje van het huis. Lees je daarom altijd goed in voordat je aan konijnen begint!