Besluit houders van dieren
Per 1 juli 2014 geldt het Besluit houders van dieren. Een besluit dat onder andere het vroegere Honden- en kattenbesluit heeft vervangen. Het Besluit houders van dieren valt onder de Wet dieren. In het besluit staan de algemene regels voor het houden en verzorgen van dieren. Het bevat ook regels voor het fokken van huisdieren.
Fokken met gezelschapsdieren
In het Besluit houders van dieren is ook een artikel opgenomen dat specifiek gaat over het fokken met gezelschapsdieren: Artikel 3.4 Fokken met gezelschapsdieren. In dit artikel vind je onder andere hoeveel nesten een dier(soort) per jaar mag krijgen. Maar met dit artikel worden er ook beperkingen opgelegd aan het fokken met (ras)dieren.
Artikel 3.4 Fokken met gezelschapsdieren
- Het is verboden te fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen wordt benadeeld.
- In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat:
- ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen;
- uiterlijke kenmerken worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen die schadelijke gevolgen hebben voor welzijn of gezondheid van de dieren;
- ernstige gedragsafwijkingen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen;
- voortplanting op onnatuurlijke wijze plaatsvindt;
- het aantal nesten of nakomelingen dat een gezelschapsdier krijgt de gezondheid of het welzijn van dat dier of de nakomelingen benadeelt.
Nieuwe regelgeving niet handhaafbaar
Hoewel deze regelgeving er op het eerste gezicht veelbelovend uitziet, was het in het begin enigszins een wassen neus door de toevoeging ‘voor zover mogelijk’ en door het ontbreken van concrete criteria. Want wat zijn bijvoorbeeld ‘ernstige erfelijke afwijkingen’? En wat valt er onder ‘schadelijke gevolgen’? Zonder concrete invulling is regelgeving niet handhaafbaar.
Concrete criteria fokkerij
Sinds maart 2019 gelden de eerste concrete criteria voor het fokken van gezelschapsdieren. Het Departement Dier in Wetenschap en Maatschappij en het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren van de Universiteit Utrecht schreven een uitgebreid rapport waarin de criteria duidelijk uiteen gezet zijn.
In de praktijk
In de praktijk betekent dit dat het per april 2019 verboden is om de bambino sphynx en de dwelf (beide katten) te fokken. Ook honden met een snuit korter dan de helft van hun schedel mogen niet meer worden gefokt. Om fokkers de mogelijkheid te bieden om de snuitlengte van bepaalde rassen weer op een gezond niveau terug te brengen, is er tijdelijk een uitzondering ingesteld voor honden met een snuitlengte van een derde van hun schedel.
En nu door
Wij zijn enorm blij met de eerste stappen die gezet zijn om het enorme rasdierenleed aan te pakken. Maar we zijn er nog niet. Nu de mensen hun ‘perfecte’ rasdier niet langer in Nederland kunnen verkrijgen, wijken zij uit naar buitenlandse (malafide) fokkers. Zij kopen daar de dieren met afwijkingen waarvoor in Nederland nu, niet voor niets, een fokverbod geldt. Wij pleiten voor een importverbod op deze bewust ziek-gefokte dieren.
Daarnaast blijven wij strijden voor meer concrete, handhaafbare criteria zodat er eindelijk een einde kan komen aan het leed van al die dieren die lijden onder een extreem uiterlijk. Mede onder druk van de Sophia-Vereeniging zegde minister Adema in februari 2023 toe dat er een houdverbod en een vertoningsverbod voor dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken komt.