Oorzaken van overgewicht
Katten krijgen overgewicht als ze een langere tijd een ‘positieve energiebalans’ hebben. Dat wil zeggen dat ze meer calorieën eten dan ze verbruiken. De energie die over is, wordt opgeslagen als vet. In een normale situatie is de kat in staat het lichaam in een ‘set point’ toestand te houden, waarbij de energieopname gelijk is aan het energieverbruik. Sommige factoren kunnen van invloed zijn op deze toestand, waardoor de kat in gewicht kan toenemen. Het ideale gewicht is afhankelijk van voeding, beweging, leeftijd, neutralisatie en ras.
- Hoeveelheid en type voeding: té smakelijk eten met veel calorieën leidt ertoe dat katten meer gaan eten. Zeker als het de hele dag beschikbaar is. Het is van belang dat je de voeding afstemt op de gezondheid en levensstijl van jouw kat.
- Beweging: de ene kat is actiever dan de ander. Bij het geven van voeding is het van belang dat je kijkt hoe actief jouw kat is om te bepalen hoe veel voeding hij nodig heeft. Een binnenkat is over het algemeen minder actief dan een buitenkat.
- Leeftijd: de leeftijd van de kat speelt mee bij het ontwikkelen van obesitas. Katten jonger dan twee jaar hebben geen grote kans op overgewicht. Tussen de twee en tien jaar neemt de kans toe, omdat katten in deze leeftijdsgroep minder energie nodig hebben. Ondergewicht komt eerder voor bij oude katten boven de tien à twaalf jaar.
- Gecastreerd of gesteriliseerd: geneutraliseerde katten nemen eerder in gewicht toe, omdat de stofwisseling tot wel 20% daalt na de ingreep. Geneutraliseerde katten hebben daarom minder voedsel nodig.
- Rassoort: het ene ras is groter, en daarom dus zwaarder, dan het andere ras. Een Noorse Boskat en een Maine Coon is over het algemeen groter en zwaarder gebouwd dan een Europees korthaar.
Is jouw kat te zwaar of juist te licht? Raadpleeg in beide gevallen de dierenarts om een geschikt voedingsplan op te stellen.
Body condition score
Aan de hand van het lichaamsgewicht en de zogenaamde ‘body condition score’ kun je bepalen of jouw kat te dun of te dik is.
- Onder het ideale gewicht: de ribben, wervelkolom en bekken zijn goed voelbaar en zichtbaar. Je voelt weinig spiermassa en vet. De botten zijn voelbaar zonder dat je de huid hoeft in te drukken. Van bovenaf kun je de ribben en heupen zien uitsteken en je ziet een duidelijke taille.
- Ideaal gewicht: de ribben en ruggengraat kun je voelen, maar niet zien. Je voelt een lichte vetbedekking om de botten en weinig vet bij de buik.
- Boven het ideale gewicht: de ribben, ruggengraat en wervelkolom zijn niet zichtbaar en moeilijk te voelen. Je ziet en voelt vet verspreid over het lichaam. Van bovenaf kun je geen taille zien en de buik zet zich aan de zijkanten uit naar buiten toe.
Bron: World Small Animal Veterinary Association
Gezondheidsproblemen bij katten met overgewicht
Studies hebben aangetoond dat katten met obesitas of katten die extreem mager zijn korter leven. Bij obesitas komen vetcellen, genaamd adipocyten, in hoge aantallen voor. Deze cellen richten schade aan. De grote hoeveelheid aan deze vetcellen drukken op de organen en leiden tot een verminderde bloedcirculatie. De longen kunnen niet goed uitzetten, wat weer leidt tot zuurstofgebrek. Welke (gezondheids)problemen kunnen katten met obesitas nog meer ervaren?
- Suikerziekte (diabetes mellitus) is een ziekte waarbij de kat te weinig insuline aanmaakt. Insuline zorgt voor de opname van suiker in de lichaamscellen. Bij katten met suikerziekte wordt suiker dus niet opgenomen in de cellen en zit er te veel suiker in het bloed. Katten met diabetes hebben tweemaal per dag een insuline-injectie nodig en moeten een speciaal dieet volgen. De voedselopname en activiteit van de kat moet nauwkeuring gevolgd worden.
- Lage urineweg aandoeningen zoals blaasontsteking en blaasstenen zijn een veel voorkomend probleem bij obese katten. Dit komt zo veel voor, dat er speciaal dieetvoer verkrijgbaar is om de urinewegen te ondersteunen.
- Gewrichtsproblemen zoals osteoartritis, oftewel slijtage aan de gewrichten. Dit wordt veroorzaakt door overmatige druk op de gewrichten en kraakbeen door het overgewicht. Dit kan voorkomen in de elleboog, knie en heup.
- Huidaandoeningen doordat katten met obesitas veel huidplooien hebben wat het onderhouden van de vacht en de huid erg moeilijk maakt. In de huidplooien kunnen bacteriële infecties en schimmelinfecties ontstaan.
- Leververvetting (hepatische lipidose) is een ernstige, levensbedreigende aandoening. Als een obese kat door ziekte snel afvalt, veroorzaakt het overmatige vet na een paar dagen schade aan de lever. Het dier krijgt geelzucht en heeft intensieve zorg nodig bij de dierenarts.
- Verlaagd uithoudingsvermogen en ademhalingsproblemen doordat obese katten extra gewicht met zich mee moeten dragen. Dit beperkt ze in hun beweging en maakt ze sneller kortademig of benauwd. Een gebrek aan beweging veroorzaakt vervolgens een verdere gewichtstoename.
- Constipatie kan levensbedreigend zijn als het dier een langere tijd niet kan poepen. Het is dan nodig om de kat onder narcose een klysma te geven en handmatig de uitwerpselen te verwijderen.
- Hoge bloeddruk komt veel voor bij obese katten. Als dit niet wordt behandeld, kan het leiden tot acute blindheid en problemen met het hart, hersenen en nieren.
- Verhoogd risico bij narcose. Hoe zwaarder de kat is, hoe groter het risico op hart- en ademhalingsproblemen. Daarnaast is het moeilijker om de juiste dosis narcose te bepalen.
Katten met een (te) korte snuit ervaren nog meer fysieke problemen bij overgewicht. Deze dieren zijn door hun korte snuit al kortademig, maar overgewicht versterkt dit nog probleem nog meer. Koop daarom geen kortsnuit!
Mijn kat moet afvallen
Het is gevaarlijk om katten te snel gewicht te laten verliezen, omdat dit kan leiden tot leververvetting. Dit is een levensgevaarlijke ziekte waarbij het vet zich ophoopt in de lever als gevolg van een te snelle verandering in de stofwisseling. Een geleidelijke gewichtsafname is het beste voor de kat. Het doel is om niet meer dan 1% tot 2% van het lichaamsgewicht per week af te vallen, in sommige gevallen kan het wel een jaar duren voordat het streefgewicht is bereikt.
Het is niet alleen moeilijk om gewichtstoename bij je kat te zien, het is net zo moeilijk om te zien of je kat afvalt. Het is daarom belangrijk je kat regelmatig te wegen door jezelf of de dierenarts. Een dierenarts kan een afvalschema met goede voeding en lichaamsbeweging opstellen en de vooruitgang regelmatig monitoren.
Heb jij een binnenkat?
Binnenkatten hebben over het algemeen een minder actieve levensstijl dan katten die naar buiten kunnen. Houd daarom rekening met het volgende:
- Geef voeding met minder calorieën: er bestaat speciale voeding voor binnenkatten die minder actief zijn. Op de verpakking staat aangegeven hoe veel jouw kat nodig heeft op basis van zijn lichaamsgewicht.
- Stimuleer je kat om te spelen: ga uit jezelf vaker met hem spelen. Als jouw kat een actief moment heeft, maak hier gebruik van en ga juist in deze periode met hem spelen. Hiermee laat hij zien behoefte te hebben aan beweging.
- Bied voedselverrijking aan: dit kan in de vorm van een snuffelmat of een bal die geleidelijk brokjes loslaat. Er bestaan ook voedselpuzzels die het welzijn positief beïnvloeden. Het uitdagen van een huisdier is namelijk erg belangrijk. Wissel ook eens af waar je het voer neerzet, als dit maar niet naast de kattenbak is. Al deze manieren van voedselverrijking stimuleren het jachtinstinct van je kat omdat hij moet werken voor zijn voedsel.
- Creëer een katvriendelijke inrichting: zorg dat je inrichting goed is afgestemd op de behoeftes van de kat. Er moeten meerdere krab- en klimmogelijkheden, schuilplaatsen en hoge ligplekken aanwezig zijn. Daarnaast is het belangrijk dat je kat voldoende ruimtes heeft om te verkennen in zijn leefomgeving en dat hij contact heeft met de buitenwereld.
Persoonlijk antwoord op jouw vraag
Heb jij een specifieke vraag over kattengedrag en ga je graag in gesprek met onze kattendeskundige Marcellina Stolting? Stel jouw vraag dan gratis via ons KattenSpreekuur en ontvang binnen een week antwoord! Ga bij medische vragen altijd naar de dierenarts.